Evenwicht hoofd, hart en handen

Voorjaar 2011 nemen we even de tijd om er tussenuit te gaan. Het is een wat hectische tijd geweest en wat rust in het hoofd kan geen kwaad. Bij ons betekent dat dan wel dat we ons fysiek meer gaan inspannen. Om te beginnen met een mountainbiketocht van 50 km op de Posbank bij Rheden.

We hebben er 5 uur voor nodig om weer terug bij de BraVo te komen. We staan vlak voor het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten en zij vinden het prima dat we er overnachten. Mooi! De dag erna doet Cock een clinic trail runnen. Hier leert hij om dansend en zwevend de hellingen op en af te gaan. Zal hem nog van pas komen later in het jaar als hij een bergmarathon in Liechtenstein gaat lopen.

In Duitsland hebben we vervolgens de kolenmijn Zollverein bezocht en de daarbij behorende cokesmakerij. Indrukwekkende installaties die tot in de jaren 80 van de vorige eeuw in bedrijf zijn geweest.  Voor de omgeving was het niet altijd even fijn: veel stof en aardverzakkingen door al dat gegraaf. De werknemers hadden het ook zwaar. Uiteindelijk is deze mijn ook dichtgegaan vanwege de concurrentie uit andere landen en door het gebruik van andere brandstoffen. We hebben een rondleiding van 4 uur over het terrein gehad van een oud-werknemer. Volop nostalgie!

IJsland 1993 – reis der reizen

IJsland 1993 blijft voor ons toch een beetje de reis der reizen. Op de eerste plaats omdat Cock toen tijdens zijn 3-maandse tocht daar Roelien leerde kennen. En op de tweede plaats omdat bleek dat zelfs met het reisadvies over eigen voertuigen je op IJsland een zeer geslaagde reis kan maken.

Zoals de trouwe lezer van onze ‘vaste’ site weet waren we in 2006 ook op IJsland, maar dan met de BraVo. Met name onze Vlaamse mede-reizigers hebben toen weer voor een mooie reis gezorgd. Samen met het schitterende landschap en de vriendelijke bewoners natuurlijk.

We moesten weer even wat schrijven, want de volgende echte reis met de BraVo zal waarschijnlijk pas voorjaar 2012 worden, naar Portugal.

Vuurwerk met accu’s

Een ieder weet dat niet opgeladen accu’s snel bevriezen. Een graad of vijf vorst is al voldoende. Ook bij ons is die kennis aanwezig. Alleen ontbrak de tijd om de accu’s te controleren. Het voordeel is dat je nu kan zien hoe een accu opgebouwd is. Je ziet aan de dunne platen dat dit een boordaccu was om de verlichting, koelkast en dergelijke op te laten draaien. Een startaccu heeft dikkere platen. In theorie kan een boordaccu vaker opgeladen worden. Mits het niet vriest natuurlijk.

Hiermee is weer bewezen dat de BraVo harder slijt van het stilstaan dan van het gebruiken. Maar weer snel een reis bedenken!

Zout en zand op Fuerteventura

Voor veel mensen staan de Canarische eilanden bekend om hun eeuwige zon.

Voor ons waren er echter ook wolken, zoute nevel en veel zand beschikbaar. Aan golven dus geen gebrek. We zitten hier ook de ruige westkust.
Wij reizen hier een weekje rond met huurauto en tent. Vanwege de harde wind staat de tent vaak in de ‘luwte’ van de auto. Cactussen zijn ook overal te vinden. Tijdens een wandeling ook in de armen van Cock als hij (weer eens…) een ongebruikelijke route neemt.

We gaan het binnenland van Fuerteventura in. Het is echt een vrijwel onbewoond eiland als je niet in de toeristencentra zit. Het komt dan ook zelden voor dat we iemand kunnen aanspreken of we ergens ons tentje mogen bouwen. Deze keer staan we in een Palmeria. Het hele eiland heeft slechts 6 gemeenten. Vroeger waren dat belangrijke grenzen van stammen. Nu staan er nog steeds de poorten.

Omdat Fuerteventura geen hoge bergen heeft, blijven de wolken niet hangen.

Vocht uit de lucht wordt opgevangen met hulp van netten.

 

 

De naam ‘Canarische’ eilanden komt waarschijnlijk van het Latijnse woord voor hond. Vandaar deze aanbidding van Roelien van de Canarische hond.Aan de oostkust komen we weer meer in bewoond gebied. Hier betekent dat dat er vooral Duitse ex-hippies zitten.

Aan de zuidkust worden we weer volledig gegeseld door de wind. Coupe ravage is hier de heersende mode.

Door militaire oefeningen van de Spaanse marine zijn er hier de afgelopen tientallen jaren vele walvissen gestrand. Door het gebruik van sonar onder water werden de walvissen gedesoriënteerd.

Vanwege het weinige uren daglicht staan wij ook vroeg op. Hierdoor getuige van deze mooie zonsopkomst.

 

De Canarische eilanden zijn van vulkanische oorsprong. Anders dan op IJsland bevinden de vulkanen zich hier op de zeebodem. Het duurde vanwege de diepte lang voordat de lavavelden boven zeeniveau uitkwamen. Eigenlijk is Fuerteventura 3800 meter hoog, maar daarvan steekt slechts 800 meter boven water uit.

In het noorden komen we in een grote zandvlakte terecht. Wit zand nota bene. Heel zelden op een vulkanisch eiland en dan ook bijzonder beschermd.

 

 

En tot slot, helaas, de terugvlucht. Wij kijken terug op een mooi reisje. En we zullen even moeten wennen aan Nederland, waarvan men zegt dat er nu sneeuw ligt en het 10 graden vriest…

Het is volbracht!

En het was de moeite meer dan waard. Natuurlijk zijn we de afgelopen 100 dagen geen andere mensen geworden, maar we hebben wel een ervaring meegenomen waar we nog lang gebruik van kunnen maken. Drie maanden afstand van je dagelijkse zaken maken je – in ieder geval ons – weer heel bewust van de gewone dingen. Hoe normaal is het eigenlijk voor het grootste deel van de wereldbevolking dat je op elk moment schoon drinkwater hebt, dat het licht altijd werkt en dat je gewoon je eigen mening kan verkondigen?

Zoals we al eerder hebben aangekondigd op dit weblog willen we alle lezers ook graag weer zien. Daarvoor ben je van harte welkom op donderdag 30 april in Breukelen. Vanaf 4 uur s middags staat het hek voor iedereen open en om een uur of 5 willen we een korte fotopresentatie geven van onze reis. Met daarbij een ander accent dan je tot nu toe op het weblog hebt gezien. Toen moesten we ook de familie gerust stellen… Graag even van te voren aanmelden op info@bravotravel.nl

Tot slot nog een verzoekje. We hebben met heel veel plezier het weblog bijgehouden. We hebben ook heel veel leuke reacties gehad. We zijn wel benieuwd of we het nog beter kunnen doen. Vond je het een goede mix van foto’s en tekst? Waren we soms toch wat te lang van stof? Was 2 keer per week te veel of te weinig? Graag je reactie op info@bravotravel.nl, dan kunnen we bij de volgende reis daar rekening mee houden. Want wij zien daar al weer naar uit.

De terugreis en bananen

De hoofdmoot van deze reis was natuurlijk Syrië, Jordanië, Egypte en Turkije. Als voorgerecht was er de heenreis. Als toetje de terugreis. We laten je even meeproeven. Om te beginnen Griekenland. Hoewel we er een jaar of 10 geleden met rugzak doorheen getrokken zijn, blijken we verrassend weinig (meer?) van de moderne Griekse geschiedenis te weten. Hoe is Griekenland eigenlijk losgekomen uit het Ottomaanse Rijk? Door wie of wat is de huidige omvang bepaald? Weer door een verdeel- en heerspolitiek van de Engelsen en Fransen? Zijn de Grieken wel echt Europa-minded? Als je kijkt naar hun opstelling in de kwesties Turkije en Macedonië kan je zo je twijfels hebben.

In Macedonië zijn we uitgebreid bijgepraat over de relaties tussen Macedonië, EU en USA. Onze zegsman Karl aan het meer van Ohrid is er van overtuigd dat de EU niets wil met zijn land. Vandaar dat zij nu de USA omarmen. Volgens hem is Amerika druk bezig een eigen territorium te veroveren. In het diepste geheim (hou het wel voor je) worden Amerikaanse spionagecentra gebouwd in Skopje. Om precies te zijn in de kelders van een Pentagonachtig gebouw. Karl is nog steeds woest over de splitsing van Macedonië in 1912. Wellicht hebben jullie bij geschiedenisles beter opgelet en kan je via een ˜reactie” opheldering geven.

Opeens bedenkt Karl dat we Hollanders zijn. Of we het monument van A. den Doolaard hebben gezien? Jazekers! Maar waarom het hier staat weten we niet. Karl – die al tientallen jaren toeristen informeert – vertelt dat Den Doolaard een groot deel van zijn leven hier aan het meer heeft gewoond. Volgens hem om dichtbij z’n vriendje te wonen.

De politicus Cock leeft al een tijd zonder interviews. Dat is toch zo iets als een aap die al lang geen bananen meer heeft gehad. Gelukkig nemen ze in Albanië tegenwoordig ook straatinterviews af. Zoals jullie vast wel weten is Albanië sinds 4 april 2009 lid van de NAVO, onze NAVO. Wat vindt Cock daar eigenlijk van, vroeg de verslaggever in Tirana. Wellicht hebben jullie de uitzending van de Albanese staatstelevisie gemist. Kort: Cock heeft bepleit dat zoveel mogelijk landen NAVO-lid worden, mits de hoofddoelstelling van de NAVO heel nadrukkelijk vredeshandhaving is. Vechtmissies en preventieve aanvallen horen daar dus niet bij.

De verslaggever vertelde na het interview dat dit de langste reactie tot nu toe was. De Albanezen reageren met een lauw ˜OK”. De (communistische) regering heeft wel een propagandamachine in gang gezet. De stad hangt vol met NAVO-vlaggen. Die we overigens niet mogen fotograferen! Door de regeringscampagne denken de Albanezen nu dat ze zonder visum kunnen reizen en overal mogen werken. Pure misleiding dus. Nederland is ook accoord gegaan. Blijkbaar controleren onze landelijke volksvertegenwoordigers niet hoe een NAVO-kandidaat zijn eigen bevolking raadpleegt.

Joegoslavië is in de afgelopen 15 jaar uiteengevallen in 6 delen: Slovenië, Kroatië, Servië, Macedonië, Montenegro en Bosnië-Herzegowiena. Er zijn grote economische verschillen: het gemiddelde inkomen in Servië en Montenegro is US$ 5300, in Kroatië US$ 10.700 en in EU-land Slovenië US$ 21.800. Sommige (rechtse) mensen beweren dat je pas iets aan duurzaamheid kan doen als er genoeg geld in een land is. Tot op zekere hoogte is dat natuurlijk waar – er moet genoeg te eten zijn, een dak boven je hoofd, geen oorlog – maar ook als relatief arm land kan je ambities hebben. Nu heeft Servië de vuilste diesel van Europa en het even arme Montenegro de schoonste grondwet. Schone lucht, een goede waterkwaliteit en een propere bodem zijn daarin gegarandeerd. Dat betekent dat vervuilende activiteiten extra belast worden. Zo betalen wij een ecotax van 80 euro om 3 uur door Montenegro te mogen rijden.

Sturen en gluren bij de buren

Sturen bij de Moslimburen. Zo heet het boek van Euro-GroenLinkser Joost Lagendijk. Hij bepleit dat de Europese Unie op Turkije, Marokko en Egypte een grotere invloed uitoefent, me name op het terrein van democratisering en modernisering. Wij zijn meer aan het gluren dan aan het (be-)sturen. Turkije en Egypte hebben we deze reis bezocht, van Marokko hebben we door eerdere bezoeken een indruk gekregen. Wat wij zien – samen met Joost Lagendijk – is dat de EU verschillend meet in deze drie landen. Het minst democratisch is Egypte. Toch krijgt Egypte weinig kritiek uit de EU, waardoor (dus?) modernisering uitblijft. Marokko moderniseert wel, krijgt Europees applaus, maar weinig concrete steun zoals bijvoorbeeld een vrijhandelsverdrag met de EU.

Tijdens het gluren geeft Turkije ons op dit moment het meeste stof tot nadenken. Hoe kan Turkije zowel Europa, het Midden-Oosten als Centraal-Azië te vriend houden? Europa is heel blij met Turkije als NAVO-land. Turkijes hoop is/was dat een EU met Turkije als lid een belangrijke rol in het Midden-Oosten kon spelen. Stabiliteit in de regio is voor Turkije van levensbelang. Ze hebben er dan ook veel voor over om EU-lid te worden. In 2005 hebben ze hun grondwet al voor veranderd. Daarna kwam plots vanuit Brussel het afwijzen van Turkije. Volgens ons is dit koudwatervrees van ons Europeanen. We zijn hier nu toevallig in verkiezingstijd. Het gaat om de Turkse gemeenteraden. Volgens ons zijn moslimdemocraten niet erger (of beter) dan christendemocraten.

Naast ons gemijmer over bovenstaande zaken, bezoeken we ook gewoon de bezienswaardigheden. Zoals Pergamom. Bibliofielen herkennen deze naam als de bron van het perkament. De vervanger van papyrus. Op een bepaald moment waren de Egyptenaren bang dat de Romeinen een grotere bibliotheek zouden aanleggen dan zij al hadden. Toen beperkten ze de uitvoer van papyrus. In Pergamom werd vervolgens op dierenhuiden geschreven, een ontdekking van geleerden uit Pergamom en vandaar dus de naam perkament.

Om te kunnen mijmeren moet je van tijd tot tijd je hoofd leeg maken. Dat doen wij door bijvoorbeeld te wandelen. We hadden een leuk bush-camp-plekje gevonden dichtbij de kust. ’s Morgens zijn we vervolgens naar zee gewandeld. Een fixe (fikse?) wandeling langs olijfboomgaarden naar beneden. En daarna weer omhoog!

Het bezoeken van Troje is een ramp. Eerst wordt door archeologen betwijfeld of de plek waar we rondkijken wel Troje is. Er zijn zelfs archeologen die beweren dat Troje in Noordwest-Europa gezocht moet worden. Roelien is al weken bezig om de Ilias van Homerus te lezen, zij kan zich wel voorstellen dat we hier goed zitten. Desalniettemin zijn er op de plek waar we nu zijn een stuk of 9 Trojes opgegraven. In een tijdsbestek van zo’n 4000 jaar is hier wel bewoning geweest. Na dit bezoek weten we minder over Troje dan ervoor! En dat is vooruitgang. Immers: hij / zij die weet dat ie niet weet, weet het meest.

Gallipolli. Een naam die kenners van Wereldoorlog-1 doet huiveren. De kortste samenvatting: een half miljoen Turken, Engelsen, Fransen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders zijn hier in 1915 voor niets gesneuveld. De bedoeling van de geallieerden was om toegang tot de Zwarte Zee te krijgen en zodoende de vloot van de Russische bondgenoot te kunnen bereiken. De Turken onder leiding van Kemal Atatürk bleken echter sterker. Door deze Turkse overwinning waren vervolgens de Turken enkele jaren daarna moreel in staat om hun onafhankelijkheidsstrijd te voeren en te winnen. Sindsdien hebben we met een Westers georiënteerd Turkije te maken.

Grenzen

˜Wie zijn grenzen niet kent, kent z’n mogelijkheden niet.” Met deze uitspraak in gedachten zoeken Roelien en Cock hun grenzen. Op deze reis is dat in combinatie met de BraVo. Vertoeven op een grens is echter wel evenwichtskunst, waarbij je voorbereid moet zijn op het verliezen van dat evenwicht. Wat betekent deze ietwat filosofische benadering in de praktijk? We beperken ons deze keer tot de mogelijkheden van de BraVo en het BraVoteam in het terrein. Een vlakke asfaltweg is geen uitdaging. Steil omhoog of omlaag op een verharde weg ook niet. Rotsen zoals op IJsland zijn wel een slijtageslag voor de auto, maar verder is dat geen probleem. Ook rivierdoorwadingen tot 1 meter diep gaan prima.

In zand neemt de kans op problemen toe. Ten eerste moeten we ervoor zorgen dat de BraVo niet wegzakt. Dus moeten we voldoende snelheid zien te houden. Als dat niet (meer) lukt – hetzij doordat de BraVo het niet redt, hetzij door fouten in de stuurmanskunst – dan kunnen we de banden aflaten. Van de normale 5 bar gaan we dan naar 2 bar of zelfs 1,5. Dat vergroot het contactoppervlak met een factor drie. Dan zakken we geen 15 cm meer weg, maar slechts 5. Nodig voor dit plan-B: compressor en vulslang om de banden weer op te pompen. Hebben we. En ook een paar schoppen om zand weg te scheppen.

Sneeuw en modder beperken ons het meest in onze mogelijkheden. De BraVo gaat dan makkelijk schuiven. Op dat moment is een grens overschreden, er is dan geen controle meer. Meestal bevat een weg of pad wel een opstaande rand aan de kant, dus komen we daar tot stilstand. Een enkele keer ontbreekt zo’n rand en dan schuif je het pad af. Recent gebeurde ons dat toevallig in Turkije op een besneeuwd boerenpad. Op de vette klei schoven we zomaar met 2 wielen het land in. Het was al bijna donker. We hebben de boel gestabiliseerd met grote stenen en 2 kriks. Onder een hellingspercentage van 30 procent hebben we gekookt, gegeten en geslapen. Geloof ons: dat is best schuin. Een pan kan slechts halfvol, de glazen glijden van tafel en in bed moet je je continue schrap zetten.

De volgende ochtend klapte al vroeg een krik onder de auto weg. Een harde knal, wat geschud en wij meteen klaar wakker. Direct aan het werk gegaan en na 4 uur krikken, stenen sjouwen, rijplaten neerleggen, graven en pogingen met de lier, waren we behoorlijk verslechterd. We stonden daarna 36 procent schuin! We hadden dus wel de materialen om aan een plan-B te werken, maar dat bracht niet de redding.

Plan-C dus. Externe hulp. Die kwam in dit geval zelf aanlopen. De boer van het land waar we langzaam in terecht aan het komen waren, kwam toevallig op zijn zondagswandeling langs. Boer Mustafa bekeek de situatie en stelde voor dat Cock en hij naar de moskee zouden gaan. Na drie kwartier lopen bleek daar een graafmachine te staan. Er was echter geen machinist. Die moest van 25 km verderop komen. Maar eerst het belangrijke vrijdagmiddaggebed. Dertig man hadden Cock in het Turks al het hemd van zijn lijf gevraagd, maar nu kreeg Cock even rust.

Na het gebed – de machinist is er nu ook – met z’n vijven op de graafmachine. Bij de BraVo groef de vaardige machinist meteen een 50 cm diep gat naast het hoogste achterwiel. Vervolgens trok hij met grof geweld de BraVo zijdelings dat gat in. Ons werd niets gevraagd! Uiteindelijk stonden we na 1,5 uur weer op asfalt. We hebben onze grenzen overschreden en onze mogelijkheden vergroot. Mooi toch?

Turkije buiten het seizoen

Voor de meeste bezienswaardigheden die we in Turkije bezoeken, waarschuwen de reisgidsen voor de hitte, manen ons om voldoende water mee te nemen en geven tips om de mensenmassa’s te ontwijken. Wij merken niets van dit alles. Regelmatig zijn wede enige bezoekers en verlangen eerder naar warme chocolademelk. Zo ook in Harran. Hier woonde – zegt Genesis 11:31 – vroeger Abraham. Daar zie je weinig van. Wel te zien zijn de bijzondere bijenhuizen die ’s zomers de hitte buiten houden en ’s winters de warmte binnen.

Daarna de Nemrut Dagi. Een kunstmatige grafheuvel gebouwd door Antiochus de eerste. Nu, 2000 jaar later,lopen wij er rond. In de zomer is dat een wandelingetje van 5 minuten vanaf de parkeerplaats. Nu, in de sneeuw, is het een flinke dagtocht. De wind doet pogingen om ons uit onze jassen te blazen. Het maakt het alleen maar meer bijzonder om zo toch de beelden te vinden. We zijn gisteren nog een paar Fransen tegengekomen die ze niet gevonden hebben. Dat is toch wel sneu.

Cappadocië heeft zeer veel te bieden. Zoals mooie natuurverschijnselen. Door vulkanische activiteit van lang geleden is een harde steenlaag bovenop een zachtere steensoort gekomen.Gaandeweg – miljoenen jaren – is de zachte laag grotendeels weg geërodeerd en zijn er alleen nog die delen over die beschermd worden door een stuk harde steen er boven op. Heel fraai om te zien. Bijzonder is dat dit hier in Turkije in een heel goot gebied te zien is. In andere landen hebben we wel vaker dit verschijnsel gezien, maar dan waren het slechts een paar feeënschoorstenen. Nu dus een heel woud.

Cappadocië heeft ook verborgen schatten. Tot nu toe zijn er ruim 30 ondergrondse steden gevonden.Die waren makkelijk te bouwen in de zachte steen en boden bescherming tegen vijandelijke aanvallen. Wij bezoeken Kaymakli. Een gids laat ons zien hoe er maandenlang onder de grond geleefd kon worden. Er werd gekookt, gegeten, wijn gemaakt, net zolang totdat de vijand weer vertrok.

Bovengronds maken we een mooie wandeling door de kloof van Ihlara. Het is een mix van mooie natuur en van woningen, opslagplaatsen en kerken die uitgehouwen zijn in de kloofwanden.Wat ons vooral treft is de waterrijke omgeving. Na alle droogte en dorheid van de laatste tijd zijn we wel weer gaan verlangen naar Hollandse beelden. Die zijn hier volop. De vallei staat vol met populieren en wilgen. Niet verder vertellen hoor, maar we genieten er wel van!

Konya is een klein Turks stadje met de omvang van iets groter dan Amsterdam. We maken hier kennis met de Orde van de Dansende Derwisjen. In de mystieke dans – de sema – proberen ze een eenheid met God te vormen. Atatürk verbood de orde, maar tegenwoordig mogen de dansen weer in december opgevoerd worden. Bij toeval komen we in een monument met drie panorama’s terecht. Hier is de Turkse onafhankelijkheidsstrijd uit de 20e eeuw te zien. Honderdenduizenden Turken verloren het leven hierbij.

Men neme warm water van 35 graden Celsius met daarin opgelost kooldioxide en calciumcarbonaat. Dat laat je over plateaus stromen zodat water verdampt en er kalksteenbassins ontstaan. Zie hier het natuurverschijnsel van Pamukkale. Het lijkt dus alsof Cock op de foto over sneeuw loopt, maar het is dus kalk. Vanwege de kwetsbaarheid mag je er alleen met blote voeten overheen lopen.

De Romeinen hadden ook al door dat dit een bijzonder gebied is en bouwden hier Hierapolis. Zij meenden ook dat het water geneeskrachtig was. Beetje bizar is dat deze stad een erg grote necropolis heeft met wel heel veel fraaie tombes.Het kalkrijke water is van vulkanische oorsprong. Bij vulkanisme horen aardbevingen. En juist door aardbevingen is Hierapolis in de 4e eeuw alweer verwoest.

Vloeistoffen

Hieronder staat een stukje over water en olie op landsniveau. Hoe gaan wij daar eigenlijk mee om? Op de foto zie je de verbinding: Cock neemt wat ˜heilig” Jordaanwater. Een handvol water is natuurlijk niet genoeg voor ons. Als we zuinig aan doen, dan kunnen we met de voorraad aan boord tien dagen vooruit. In de echt droge gebieden hoeven we dus niet te tanken. De kwaliteit hebben we zelf in de hand, omdat we een goed filter gebruiken voor het water dat we drinken. Betalen van het ingenomen water doen we meestal met een zak kruidnoten en een kaart van de BraVo. Soms betalen we echt en dan kan de prijs oplopen tot het 500-voudige van Nederland (waar immers voor 1 eurocent 10 liter zeer schoon drinkwater uit de kraan komt). In de Sinaï was het water bijna net zo duur als de diesel!

Over de kwaliteit van de diesel hebben we hier niet te klagen. In Rusland hebben we wel op spul gereden dat meer op asfalt leek dan op diesel. Dagelijkse verstopte filters leverde dat op. Ook verkrijgbaarheid is geen probleem. We hebben één of twee keer gehad dat we niet konden tanken. Gelukkig hebben we dan nog voldoende diesel aan boord. Met volle tanks kunnen we 2500 tot 3000 km rijden. Uiteraard afhankelijk van het terrein. Zand is een echte brandstofslurper.

Nu we toch met vloeistoffen bezig zijn: onze eigen drankjes. Melk is slecht aan te komen. Alleen langhoudbare gesteriliseerde melk is redelijk verkrijgbaar. Frisdrank en zeker Coca Cola is geen enkel probleem. Alcohol is soms lastig in islamitische landen (merkte ook Arike al op in een reactie), maar tot onze verbazing was Syrië het tolerantst op dit gebied. Er wordt hier zelfs wijn verbouwd en verkocht. Bier is er meestal ook wel, maar vaak tegen westerse prijzen. Arak (of raki) is goedkoop, dus we bedenken alle mogelijke combinaties om arak te drinken. Een favoriet is 1 deel arak, 3 delen Fanta en 1 deel koud water.

En natuurlijk zijn daar de koffie en de thee. Wat zou het Midden-Oosten zijn zonder deze dranken? Overal krijgen we het aangeboden, bij grensovergangen, in winkels, maar ook als we de weg vragen. Vaak slaan we het af, maar soms drinken we een glaasje mee. Zoals nu in het internetcafé.