Hier in het Midden-Oosten gaan natuurlijk veel dingen anders dan wij thuis gewend zijn.
Hele gewone activiteiten kosten hier soms veel tijd en energie.
Zo hebben we half Damascus doorkruist om een geldautomaat te vinden die onze passen accepteerde. Op zich is dat niet zo erg, want ondertussen zie je ook iets van de stad.
En je merkt hoe behulpzaam de mensen zijn. Regelmatig loopt een bankbediende met ons mee om een volgende “concurrerende“ bank te wijzen die wellicht wel onze pas slikt.
Boodschappen doen is eenvoudig. Je koopt gewoon dat wat er is. In de Jordaanvallei is er voldoende groente en fruit. We hebben een kookboek voor het Midden-Oosten bij ons, dus we eten bijvoorbeeld aubergine met een saus van groenten en eieren, met daarbij yoghurt met knoflook en peterselie. Verse melk en kaas is moeilijker te vinden. De kunst is om de processed cheese (fabriekssmeerkaas) te veraangenamen met pinda’s, stukjes worst of tahin.
Dagelijks hebben we te maken met de Tourist Police. Vooral in de buurt van bezienswaardigheden zijn ze zeer behulpzaam met het aanwijzen van een goede parkeerplek, maar ook bieden ze vaak een overnachtingsplek aan. Bij de grens met Israël en uitzicht op de Golan Hoogvlakte wezen ze ons een plek aan midden op de Romeinse site van Umm Qais. Via camera’s konden ze ons in de gaten houden. En wij hadden zo de mogelijkheid om mooie foto’s van de zonsondergang boven het Meer van Tiberias (ook wel Meer van Galilea) te maken.
Een andere overnachtingsplek was in de stilte van de bergen bij Es Sil. Via een steile bochtige afdaling kwamen we op de bodem van een ravijn. Hiervandaan hebben we een wandeling gemaakt naar een top waar al duizenden jaren geleden – ten tijde van Jacob uit de Bijbel – mensen woonden. Bij terugkeer van de wandeling bleek dat we buren hadden! De eerste reizigers die we deze reis zien die ook met eigen vervoer zijn. Het zijn Zwitsers die in een jaar of twee naar Kaapstad gaan. Kijk verder maar eens op www.thegreensprinter.ch om te zien hoe ver Heiri en Laura ondertussen zijn.
In ons dagelijks leven komen we ook regelmatig de koninklijke familie tegen. Met name de foto’s van Koning Hussein en zijn opvolger Koning Abdellah de tweede hangen overal. Zeker Koning Hussein was zeer populair bij zijn volk. Als hij opriep tot kalmte, dan werd het ook rustig. Zijn zoon Abdellah moet die rol nog veroveren.
Het toerisme zit deels nog in een dip van nine-eleven, deels is het nu het rustige seizoen en verder werken de ontwikkelingen rond de Gazastrook niet mee om alle werknemers in de toeristenbusiness van een fatsoenlijk inkomen te voorzien. Zo gek is het dus niet dat op sommige plekken tientallen mensen een poging doen om ons souvenirs te laten kopen, van een gids gebruik te laten maken of ons sjalen te verkopen die helpen tegen stof, zon, kou en uitdroging. Net zoals de contacten met winkeliers en zwaar bewapende soldaten bij check points eindigt zo’n gesprek altijd met de woorden ˜Welcome to Jordan!”