Het is volbracht!

En het was de moeite meer dan waard. Natuurlijk zijn we de afgelopen 100 dagen geen andere mensen geworden, maar we hebben wel een ervaring meegenomen waar we nog lang gebruik van kunnen maken. Drie maanden afstand van je dagelijkse zaken maken je – in ieder geval ons – weer heel bewust van de gewone dingen. Hoe normaal is het eigenlijk voor het grootste deel van de wereldbevolking dat je op elk moment schoon drinkwater hebt, dat het licht altijd werkt en dat je gewoon je eigen mening kan verkondigen?

Zoals we al eerder hebben aangekondigd op dit weblog willen we alle lezers ook graag weer zien. Daarvoor ben je van harte welkom op donderdag 30 april in Breukelen. Vanaf 4 uur s middags staat het hek voor iedereen open en om een uur of 5 willen we een korte fotopresentatie geven van onze reis. Met daarbij een ander accent dan je tot nu toe op het weblog hebt gezien. Toen moesten we ook de familie gerust stellen… Graag even van te voren aanmelden op info@bravotravel.nl

Tot slot nog een verzoekje. We hebben met heel veel plezier het weblog bijgehouden. We hebben ook heel veel leuke reacties gehad. We zijn wel benieuwd of we het nog beter kunnen doen. Vond je het een goede mix van foto’s en tekst? Waren we soms toch wat te lang van stof? Was 2 keer per week te veel of te weinig? Graag je reactie op info@bravotravel.nl, dan kunnen we bij de volgende reis daar rekening mee houden. Want wij zien daar al weer naar uit.

De terugreis en bananen

De hoofdmoot van deze reis was natuurlijk Syrië, Jordanië, Egypte en Turkije. Als voorgerecht was er de heenreis. Als toetje de terugreis. We laten je even meeproeven. Om te beginnen Griekenland. Hoewel we er een jaar of 10 geleden met rugzak doorheen getrokken zijn, blijken we verrassend weinig (meer?) van de moderne Griekse geschiedenis te weten. Hoe is Griekenland eigenlijk losgekomen uit het Ottomaanse Rijk? Door wie of wat is de huidige omvang bepaald? Weer door een verdeel- en heerspolitiek van de Engelsen en Fransen? Zijn de Grieken wel echt Europa-minded? Als je kijkt naar hun opstelling in de kwesties Turkije en Macedonië kan je zo je twijfels hebben.

In Macedonië zijn we uitgebreid bijgepraat over de relaties tussen Macedonië, EU en USA. Onze zegsman Karl aan het meer van Ohrid is er van overtuigd dat de EU niets wil met zijn land. Vandaar dat zij nu de USA omarmen. Volgens hem is Amerika druk bezig een eigen territorium te veroveren. In het diepste geheim (hou het wel voor je) worden Amerikaanse spionagecentra gebouwd in Skopje. Om precies te zijn in de kelders van een Pentagonachtig gebouw. Karl is nog steeds woest over de splitsing van Macedonië in 1912. Wellicht hebben jullie bij geschiedenisles beter opgelet en kan je via een ˜reactie” opheldering geven.

Opeens bedenkt Karl dat we Hollanders zijn. Of we het monument van A. den Doolaard hebben gezien? Jazekers! Maar waarom het hier staat weten we niet. Karl – die al tientallen jaren toeristen informeert – vertelt dat Den Doolaard een groot deel van zijn leven hier aan het meer heeft gewoond. Volgens hem om dichtbij z’n vriendje te wonen.

De politicus Cock leeft al een tijd zonder interviews. Dat is toch zo iets als een aap die al lang geen bananen meer heeft gehad. Gelukkig nemen ze in Albanië tegenwoordig ook straatinterviews af. Zoals jullie vast wel weten is Albanië sinds 4 april 2009 lid van de NAVO, onze NAVO. Wat vindt Cock daar eigenlijk van, vroeg de verslaggever in Tirana. Wellicht hebben jullie de uitzending van de Albanese staatstelevisie gemist. Kort: Cock heeft bepleit dat zoveel mogelijk landen NAVO-lid worden, mits de hoofddoelstelling van de NAVO heel nadrukkelijk vredeshandhaving is. Vechtmissies en preventieve aanvallen horen daar dus niet bij.

De verslaggever vertelde na het interview dat dit de langste reactie tot nu toe was. De Albanezen reageren met een lauw ˜OK”. De (communistische) regering heeft wel een propagandamachine in gang gezet. De stad hangt vol met NAVO-vlaggen. Die we overigens niet mogen fotograferen! Door de regeringscampagne denken de Albanezen nu dat ze zonder visum kunnen reizen en overal mogen werken. Pure misleiding dus. Nederland is ook accoord gegaan. Blijkbaar controleren onze landelijke volksvertegenwoordigers niet hoe een NAVO-kandidaat zijn eigen bevolking raadpleegt.

Joegoslavië is in de afgelopen 15 jaar uiteengevallen in 6 delen: Slovenië, Kroatië, Servië, Macedonië, Montenegro en Bosnië-Herzegowiena. Er zijn grote economische verschillen: het gemiddelde inkomen in Servië en Montenegro is US$ 5300, in Kroatië US$ 10.700 en in EU-land Slovenië US$ 21.800. Sommige (rechtse) mensen beweren dat je pas iets aan duurzaamheid kan doen als er genoeg geld in een land is. Tot op zekere hoogte is dat natuurlijk waar – er moet genoeg te eten zijn, een dak boven je hoofd, geen oorlog – maar ook als relatief arm land kan je ambities hebben. Nu heeft Servië de vuilste diesel van Europa en het even arme Montenegro de schoonste grondwet. Schone lucht, een goede waterkwaliteit en een propere bodem zijn daarin gegarandeerd. Dat betekent dat vervuilende activiteiten extra belast worden. Zo betalen wij een ecotax van 80 euro om 3 uur door Montenegro te mogen rijden.

Sturen en gluren bij de buren

Sturen bij de Moslimburen. Zo heet het boek van Euro-GroenLinkser Joost Lagendijk. Hij bepleit dat de Europese Unie op Turkije, Marokko en Egypte een grotere invloed uitoefent, me name op het terrein van democratisering en modernisering. Wij zijn meer aan het gluren dan aan het (be-)sturen. Turkije en Egypte hebben we deze reis bezocht, van Marokko hebben we door eerdere bezoeken een indruk gekregen. Wat wij zien – samen met Joost Lagendijk – is dat de EU verschillend meet in deze drie landen. Het minst democratisch is Egypte. Toch krijgt Egypte weinig kritiek uit de EU, waardoor (dus?) modernisering uitblijft. Marokko moderniseert wel, krijgt Europees applaus, maar weinig concrete steun zoals bijvoorbeeld een vrijhandelsverdrag met de EU.

Tijdens het gluren geeft Turkije ons op dit moment het meeste stof tot nadenken. Hoe kan Turkije zowel Europa, het Midden-Oosten als Centraal-Azië te vriend houden? Europa is heel blij met Turkije als NAVO-land. Turkijes hoop is/was dat een EU met Turkije als lid een belangrijke rol in het Midden-Oosten kon spelen. Stabiliteit in de regio is voor Turkije van levensbelang. Ze hebben er dan ook veel voor over om EU-lid te worden. In 2005 hebben ze hun grondwet al voor veranderd. Daarna kwam plots vanuit Brussel het afwijzen van Turkije. Volgens ons is dit koudwatervrees van ons Europeanen. We zijn hier nu toevallig in verkiezingstijd. Het gaat om de Turkse gemeenteraden. Volgens ons zijn moslimdemocraten niet erger (of beter) dan christendemocraten.

Naast ons gemijmer over bovenstaande zaken, bezoeken we ook gewoon de bezienswaardigheden. Zoals Pergamom. Bibliofielen herkennen deze naam als de bron van het perkament. De vervanger van papyrus. Op een bepaald moment waren de Egyptenaren bang dat de Romeinen een grotere bibliotheek zouden aanleggen dan zij al hadden. Toen beperkten ze de uitvoer van papyrus. In Pergamom werd vervolgens op dierenhuiden geschreven, een ontdekking van geleerden uit Pergamom en vandaar dus de naam perkament.

Om te kunnen mijmeren moet je van tijd tot tijd je hoofd leeg maken. Dat doen wij door bijvoorbeeld te wandelen. We hadden een leuk bush-camp-plekje gevonden dichtbij de kust. ’s Morgens zijn we vervolgens naar zee gewandeld. Een fixe (fikse?) wandeling langs olijfboomgaarden naar beneden. En daarna weer omhoog!

Het bezoeken van Troje is een ramp. Eerst wordt door archeologen betwijfeld of de plek waar we rondkijken wel Troje is. Er zijn zelfs archeologen die beweren dat Troje in Noordwest-Europa gezocht moet worden. Roelien is al weken bezig om de Ilias van Homerus te lezen, zij kan zich wel voorstellen dat we hier goed zitten. Desalniettemin zijn er op de plek waar we nu zijn een stuk of 9 Trojes opgegraven. In een tijdsbestek van zo’n 4000 jaar is hier wel bewoning geweest. Na dit bezoek weten we minder over Troje dan ervoor! En dat is vooruitgang. Immers: hij / zij die weet dat ie niet weet, weet het meest.

Gallipolli. Een naam die kenners van Wereldoorlog-1 doet huiveren. De kortste samenvatting: een half miljoen Turken, Engelsen, Fransen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders zijn hier in 1915 voor niets gesneuveld. De bedoeling van de geallieerden was om toegang tot de Zwarte Zee te krijgen en zodoende de vloot van de Russische bondgenoot te kunnen bereiken. De Turken onder leiding van Kemal Atatürk bleken echter sterker. Door deze Turkse overwinning waren vervolgens de Turken enkele jaren daarna moreel in staat om hun onafhankelijkheidsstrijd te voeren en te winnen. Sindsdien hebben we met een Westers georiënteerd Turkije te maken.

Grenzen

˜Wie zijn grenzen niet kent, kent z’n mogelijkheden niet.” Met deze uitspraak in gedachten zoeken Roelien en Cock hun grenzen. Op deze reis is dat in combinatie met de BraVo. Vertoeven op een grens is echter wel evenwichtskunst, waarbij je voorbereid moet zijn op het verliezen van dat evenwicht. Wat betekent deze ietwat filosofische benadering in de praktijk? We beperken ons deze keer tot de mogelijkheden van de BraVo en het BraVoteam in het terrein. Een vlakke asfaltweg is geen uitdaging. Steil omhoog of omlaag op een verharde weg ook niet. Rotsen zoals op IJsland zijn wel een slijtageslag voor de auto, maar verder is dat geen probleem. Ook rivierdoorwadingen tot 1 meter diep gaan prima.

In zand neemt de kans op problemen toe. Ten eerste moeten we ervoor zorgen dat de BraVo niet wegzakt. Dus moeten we voldoende snelheid zien te houden. Als dat niet (meer) lukt – hetzij doordat de BraVo het niet redt, hetzij door fouten in de stuurmanskunst – dan kunnen we de banden aflaten. Van de normale 5 bar gaan we dan naar 2 bar of zelfs 1,5. Dat vergroot het contactoppervlak met een factor drie. Dan zakken we geen 15 cm meer weg, maar slechts 5. Nodig voor dit plan-B: compressor en vulslang om de banden weer op te pompen. Hebben we. En ook een paar schoppen om zand weg te scheppen.

Sneeuw en modder beperken ons het meest in onze mogelijkheden. De BraVo gaat dan makkelijk schuiven. Op dat moment is een grens overschreden, er is dan geen controle meer. Meestal bevat een weg of pad wel een opstaande rand aan de kant, dus komen we daar tot stilstand. Een enkele keer ontbreekt zo’n rand en dan schuif je het pad af. Recent gebeurde ons dat toevallig in Turkije op een besneeuwd boerenpad. Op de vette klei schoven we zomaar met 2 wielen het land in. Het was al bijna donker. We hebben de boel gestabiliseerd met grote stenen en 2 kriks. Onder een hellingspercentage van 30 procent hebben we gekookt, gegeten en geslapen. Geloof ons: dat is best schuin. Een pan kan slechts halfvol, de glazen glijden van tafel en in bed moet je je continue schrap zetten.

De volgende ochtend klapte al vroeg een krik onder de auto weg. Een harde knal, wat geschud en wij meteen klaar wakker. Direct aan het werk gegaan en na 4 uur krikken, stenen sjouwen, rijplaten neerleggen, graven en pogingen met de lier, waren we behoorlijk verslechterd. We stonden daarna 36 procent schuin! We hadden dus wel de materialen om aan een plan-B te werken, maar dat bracht niet de redding.

Plan-C dus. Externe hulp. Die kwam in dit geval zelf aanlopen. De boer van het land waar we langzaam in terecht aan het komen waren, kwam toevallig op zijn zondagswandeling langs. Boer Mustafa bekeek de situatie en stelde voor dat Cock en hij naar de moskee zouden gaan. Na drie kwartier lopen bleek daar een graafmachine te staan. Er was echter geen machinist. Die moest van 25 km verderop komen. Maar eerst het belangrijke vrijdagmiddaggebed. Dertig man hadden Cock in het Turks al het hemd van zijn lijf gevraagd, maar nu kreeg Cock even rust.

Na het gebed – de machinist is er nu ook – met z’n vijven op de graafmachine. Bij de BraVo groef de vaardige machinist meteen een 50 cm diep gat naast het hoogste achterwiel. Vervolgens trok hij met grof geweld de BraVo zijdelings dat gat in. Ons werd niets gevraagd! Uiteindelijk stonden we na 1,5 uur weer op asfalt. We hebben onze grenzen overschreden en onze mogelijkheden vergroot. Mooi toch?

Turkije buiten het seizoen

Voor de meeste bezienswaardigheden die we in Turkije bezoeken, waarschuwen de reisgidsen voor de hitte, manen ons om voldoende water mee te nemen en geven tips om de mensenmassa’s te ontwijken. Wij merken niets van dit alles. Regelmatig zijn wede enige bezoekers en verlangen eerder naar warme chocolademelk. Zo ook in Harran. Hier woonde – zegt Genesis 11:31 – vroeger Abraham. Daar zie je weinig van. Wel te zien zijn de bijzondere bijenhuizen die ’s zomers de hitte buiten houden en ’s winters de warmte binnen.

Daarna de Nemrut Dagi. Een kunstmatige grafheuvel gebouwd door Antiochus de eerste. Nu, 2000 jaar later,lopen wij er rond. In de zomer is dat een wandelingetje van 5 minuten vanaf de parkeerplaats. Nu, in de sneeuw, is het een flinke dagtocht. De wind doet pogingen om ons uit onze jassen te blazen. Het maakt het alleen maar meer bijzonder om zo toch de beelden te vinden. We zijn gisteren nog een paar Fransen tegengekomen die ze niet gevonden hebben. Dat is toch wel sneu.

Cappadocië heeft zeer veel te bieden. Zoals mooie natuurverschijnselen. Door vulkanische activiteit van lang geleden is een harde steenlaag bovenop een zachtere steensoort gekomen.Gaandeweg – miljoenen jaren – is de zachte laag grotendeels weg geërodeerd en zijn er alleen nog die delen over die beschermd worden door een stuk harde steen er boven op. Heel fraai om te zien. Bijzonder is dat dit hier in Turkije in een heel goot gebied te zien is. In andere landen hebben we wel vaker dit verschijnsel gezien, maar dan waren het slechts een paar feeënschoorstenen. Nu dus een heel woud.

Cappadocië heeft ook verborgen schatten. Tot nu toe zijn er ruim 30 ondergrondse steden gevonden.Die waren makkelijk te bouwen in de zachte steen en boden bescherming tegen vijandelijke aanvallen. Wij bezoeken Kaymakli. Een gids laat ons zien hoe er maandenlang onder de grond geleefd kon worden. Er werd gekookt, gegeten, wijn gemaakt, net zolang totdat de vijand weer vertrok.

Bovengronds maken we een mooie wandeling door de kloof van Ihlara. Het is een mix van mooie natuur en van woningen, opslagplaatsen en kerken die uitgehouwen zijn in de kloofwanden.Wat ons vooral treft is de waterrijke omgeving. Na alle droogte en dorheid van de laatste tijd zijn we wel weer gaan verlangen naar Hollandse beelden. Die zijn hier volop. De vallei staat vol met populieren en wilgen. Niet verder vertellen hoor, maar we genieten er wel van!

Konya is een klein Turks stadje met de omvang van iets groter dan Amsterdam. We maken hier kennis met de Orde van de Dansende Derwisjen. In de mystieke dans – de sema – proberen ze een eenheid met God te vormen. Atatürk verbood de orde, maar tegenwoordig mogen de dansen weer in december opgevoerd worden. Bij toeval komen we in een monument met drie panorama’s terecht. Hier is de Turkse onafhankelijkheidsstrijd uit de 20e eeuw te zien. Honderdenduizenden Turken verloren het leven hierbij.

Men neme warm water van 35 graden Celsius met daarin opgelost kooldioxide en calciumcarbonaat. Dat laat je over plateaus stromen zodat water verdampt en er kalksteenbassins ontstaan. Zie hier het natuurverschijnsel van Pamukkale. Het lijkt dus alsof Cock op de foto over sneeuw loopt, maar het is dus kalk. Vanwege de kwetsbaarheid mag je er alleen met blote voeten overheen lopen.

De Romeinen hadden ook al door dat dit een bijzonder gebied is en bouwden hier Hierapolis. Zij meenden ook dat het water geneeskrachtig was. Beetje bizar is dat deze stad een erg grote necropolis heeft met wel heel veel fraaie tombes.Het kalkrijke water is van vulkanische oorsprong. Bij vulkanisme horen aardbevingen. En juist door aardbevingen is Hierapolis in de 4e eeuw alweer verwoest.

Vloeistoffen

Hieronder staat een stukje over water en olie op landsniveau. Hoe gaan wij daar eigenlijk mee om? Op de foto zie je de verbinding: Cock neemt wat ˜heilig” Jordaanwater. Een handvol water is natuurlijk niet genoeg voor ons. Als we zuinig aan doen, dan kunnen we met de voorraad aan boord tien dagen vooruit. In de echt droge gebieden hoeven we dus niet te tanken. De kwaliteit hebben we zelf in de hand, omdat we een goed filter gebruiken voor het water dat we drinken. Betalen van het ingenomen water doen we meestal met een zak kruidnoten en een kaart van de BraVo. Soms betalen we echt en dan kan de prijs oplopen tot het 500-voudige van Nederland (waar immers voor 1 eurocent 10 liter zeer schoon drinkwater uit de kraan komt). In de Sinaï was het water bijna net zo duur als de diesel!

Over de kwaliteit van de diesel hebben we hier niet te klagen. In Rusland hebben we wel op spul gereden dat meer op asfalt leek dan op diesel. Dagelijkse verstopte filters leverde dat op. Ook verkrijgbaarheid is geen probleem. We hebben één of twee keer gehad dat we niet konden tanken. Gelukkig hebben we dan nog voldoende diesel aan boord. Met volle tanks kunnen we 2500 tot 3000 km rijden. Uiteraard afhankelijk van het terrein. Zand is een echte brandstofslurper.

Nu we toch met vloeistoffen bezig zijn: onze eigen drankjes. Melk is slecht aan te komen. Alleen langhoudbare gesteriliseerde melk is redelijk verkrijgbaar. Frisdrank en zeker Coca Cola is geen enkel probleem. Alcohol is soms lastig in islamitische landen (merkte ook Arike al op in een reactie), maar tot onze verbazing was Syrië het tolerantst op dit gebied. Er wordt hier zelfs wijn verbouwd en verkocht. Bier is er meestal ook wel, maar vaak tegen westerse prijzen. Arak (of raki) is goedkoop, dus we bedenken alle mogelijke combinaties om arak te drinken. Een favoriet is 1 deel arak, 3 delen Fanta en 1 deel koud water.

En natuurlijk zijn daar de koffie en de thee. Wat zou het Midden-Oosten zijn zonder deze dranken? Overal krijgen we het aangeboden, bij grensovergangen, in winkels, maar ook als we de weg vragen. Vaak slaan we het af, maar soms drinken we een glaasje mee. Zoals nu in het internetcafé.

De Syrische woestijn

Tot nu toe hebben we vooral de vruchtbare, en dus bewoonde, kant van Syrië gezien. We zoeken nu de droge oostkant op. De paar asfaltwegen zijn hier vooral in gebruik door grote vrachtwagens die op Irak rijden. Olie eruit, dat is duidelijk. Maar wat Irak ingaat is ons niet helder. Ook niet helder is het weer dat we hier hebben. De lucht is vol met een (beetje) wolken en (veel) stof. De harde wind daarbij geeft ons ’s nachts het gevoel dat we op een stampend schip slapen.

Maar goed, het gaat nu om de bezienswaardigheden in dit gebied. Palmyra heeft zijn welvaart te danken aanzijn positie in de Romeinse tijd. Het was een belangrijke oostelijke vesting met een eigen koning. Rome ging echter niet accoord met de kroning van Koningin Zenobia in 256. Zenobia bleek militair echter te sterk voor de Romeinen en ze veroverde heel Syrië, Palestina en een deel van Egypte. Haar hoofdstad Palmyra werd hier veel rijker van. In 272 werd ze verslagen en aan gouden kettingen in Rome geshowd.

Na Palmyra gaan we op speurtocht naar Qasr al Hair ash Sharqi. Dit kasteel lag vroeger op een kruispunt van belangrijke handelsroutes. Nu ligt het ver weg van de gebaande wegen. Wij weten het te vinden en hoeven weliswaar niet onze kamelen te drinken te geven, maar nemen wel eerst zelf een verfrissing. Opeens is daar een brommertje. Dat blijkt de kaartjesverkoper te zijn. Hij had ons blijkbaar zien aankomen. Ook handig is dat hij de sleutel heeft van het afgesloten deel. In zijn beste Arabisch geeft hij een rondleiding.

Misschien heb je er nooit zo over nagedacht, maar ook rivieren kunnen in een woestijn liggen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Eufraat. In Turkije wordt deze rivier gevoed door vooral smeltwater. Daarna begint hij aan zijn woestijnreis door Syrië en Irak om uiteindelijk in de Perzische Golf uit te monden. We zien heel duidelijk dat er hier zonder water geen landbouw en dus geen bewoning mogelijk is. De bewoners/boeren hebben hier allemaal hun eigen pomp. Kleinschalig en inefficiënt.

Water – en dan vooral de macht erover – zal steeds belangrijker worden in het Midden-Oosten. We hebben dat zelf al gezien bij de Jordaan, maar hier bij de Eufraat zie je dat vooral Turkije zijn invloed op het water aan het uitbreiden is. De laatste tientallen jaren heeft Turkije al grote stuwmeren gebouwd en voormalig woestijngebied dankzij dat water omgevormd tot waterverslindende katoenvelden. Dit tot ergernis van Syrië en Irak. Maar Syrië doet hetzelfde en heeft het grote Lake Al Assad aangelegd. Dit alles zitten wij te overpeinzen als we aan Lake Al Assad de zon erin zien zakken.

Zou het helpen als er meer kinderen naar school gaan? Dat meer mensen weten dat je met een gesprek, zelfs met je vijanden, uiteindelijk meer kan bereiken dan met wapens? Voor ons gevoel is er een relatie tussen het schoolsysteem en de mate van democratie in een land. In Syrië zien we gelukkig wel veel kinderen (toch vooral jongens?) naar school gaan, maar wat leren ze binnen die muren?

Als we dan toch aan het peinzen zijn: zou het kunnen zijn dat in een dictatuur de grote leider gevolgd moet worden en in een democratie meer een nationaal symbool? Deze vraag kwam op ons af bij de grensovergang Syrië-Turkije. In Syrië werden we op elke straathoek aangestaard door Bashir Al Assad en bij de grens worden we uitgezwaaid door hem (op posters hoor!). Turkije heet ons welkom met een gigantische Turkse vlag. Het nationale symbool, onafhankelijk van de namen en gezichten van de leiders. Een democratie dus.

Syrië – van kniediepe sneeuw tot verlaten woestijnrestaurant

Veel mensen denken bij Syrië aan woestijn, aan het tweestromenland van Eufraat en Tigris, aan het begin van de menselijke beschaving en wellicht aan Bashir Al Assad. Deden wij ook. In Bosra kwamen we de Romeinse beschaving tegen in het amfitheater, aangevuld met een citadel van de moslims. Voor ons is de verwarring dat ons geleerd is dat de kruistochten ten dienste stonden van het (terug)veroveren van Christelijke heiligdommen, terwijl we hier nu zien dat de kruisridders hier de cultuur en de welvaart hebben vernietigd. In ieder geval hebben we – zoals je op de foto ziet – wel een heel fraai theater gezien.

Op de één of andere manier weten wij altijd in contact te komen met sneeuw. Of het nu is in Mexico, een zomerreis door de Alpen of nu in de woestijnlanden Jordanië en Syrië.

In ons vorige weblog las je iets over een dip bij regen, maar van sneeuw genieten wij.

In het gebied van Jebel Al Arab kwamen we op 1600 meter hoogte volop in de sneeuw. De BraVo geniet daar ook van. Sneeuw lijkt namelijk op zand en dat is voor ons voertuigje prettig. Modder heeft ze een hekel aan. De sneeuw inspireerde ons om een stevige wandeling te maken. Wat je even niet ziet op de foto’s is dat onder de sneeuw vette modder zit. Fijn voor de Syrische boeren, minder leuk voor ons. Toch een leuke tocht gehad.

In Damascus kom je niet om de geschiedenis heen. Als je door de Souq loopt, zie je boven je dat het dak vol zit met kogelgaten van de Fransen. De Fransen hadden namelijk samen met de Engelsen onafhankelijk beloofd aan Syrië als ze de Turken (in 1918) het land zouden uitmeppen. De Syriërs deden dat, maar als ˜beloning” bezetten de Fransen Syrië weer in 1920.

Hoofddoeken worden wel beschouwd als een uiting van de achterlijke Islam (om met Geert Wilders te spreken). Hier in Damascus zien we dat de hoofddoek ook als modern kledingstuk gedragen kan worden. Dat is wat hier nu de stille revolutie (Revolution behind closed doors) wordt genoemd. Syrië is aan het moderniseren/verwestelijken, terwijl tegelijkertijd uiterlijk de traditionele moslimwaarden worden gekoesterd.

We hebben de Ummayyad Moskee bezocht. Enerzijds één van de oudste en belangrijkste moskeeën ter wereld, anderzijds ook een broedplek voor verandering. Wij werden er door vrouwen (!) gevraagd om foto’s van hen en hun kinderen te maken. Grappig is dat deze moskee ook christelijke waarde heeft. Naar men zegt ligt hier in een kist het hoofd van Johannes de Doper. Waarvan je vast nog weet van een andere weblogbijdrage dat we in Jordanië de plek aan de Jordaan hebben bezocht waar Johannes Jezus heeft gedoopt.

Als afsluiter in Damascus zijn we naar het Oktober Memorial geweest. Hier wordt in de meest onzinnige propagandataal verteld hoe Syrië de agressor,( de naam Israël wordt ook hier niet genoemd) in 1973 heeft verslagen. ˜Vergeten” wordt dat na het militaire succes van zowel Syrië als Egypte in de eerste paar dagen, Israël keihard terugsloeg met onder andere bombardementen op Damascus. Een staakt-het-vuren heeft de schade verder beperkt gehouden, maar Syrië heeft tot op de dag van vandaag de Golan Hoogvlakte niet terug.

Eten op onze reis is altijd een gespreksonderwerp. Maar als we er over praten om lokaal uit-eten te gaan, dan lukt dat steeds niet. Restaurantjes gaan te vroeg dicht, we zitten midden in de woestijn, of we vinden het te toeristisch. De kunst is om het niet te plannen, maar het gewoon te laten gebeuren. We zorgen wel altijd voor voldoende voedsel aan boord. Gezond en lekker eten lukt dus altijd wel. Vandaag hadden we even gehoopt op de woestijnweg naar Palmyra te kunnen eten. Er waren wel veel zogenaamde Bagdadcafés (immers slechts 150 km naar Bagdad), maar een werkend restaurant hebben we niet gevonden. Dus eten we nu volgens Midden-Oosten recept courgettepannenkoeken.

De ontlading – in Pepsiland

Onbewust hebben we toch wat spanning opgebouwd. Of beter gezegd: wat ontspanning gemist. In Egypte hadden we een vrij ambitieus programma: we wilden alles zien vanaf de Sinaï tot aan de grens met Soedan en ook nog de Westelijke Woestijn. Tussendoor probeerden we ook nog iets te begrijpen van de lokale bevolking, en van de rol van de verschillende Arabische landen in het Midden-Oosten conflict. Vervolgens wilden/moesten we op tijd in Jordanië zijn om daar met Saskia 10 dagen rond te reizen.

Allemaal gelukt en ook heel geslaagd. De ontlading kwam de laatste paar dagen langzaam op gang. Wat daarbij ook een rol speelde waren de onverwachte regenbuien. Voor de mensen hier in het Midden-Oosten een zegen, voor ons (of vooral Cock) een versterking van de spanning. Bij de grensovergang Jordanië-Syrië kwam de ontlading in etappes.Eerst was er een Jordaanse official die begon te zeuren over een extra tax,omdat we twee dagen te lang in Jordanië zouden zijn geweest. Roelien heeft hemel en aarde bewogen om uit te leggen dat dat een fout was van de officials in Aqaba, maar vanzelfsprekend trokken we uiteindelijk aan het kortste eind en mochten we de tax betalen.

Vervolgens Syrië in. Hier bleek dat men ons multi-entry-visum niet accepteerde. We moesten een nieuw visum kopen. Of we even US $ 68 wilden neerleggen. Na veel vijven en zessen wilden we dat wel doen. Maar dan wel in Syrische ponden, want die hebben we nogal veel, omdat we de resterende Jordaanse dinars net daarin hadden omgewisseld. Ze wilden echter per se dollars of euro’s zien. Vooruit dan maar. We wilden de euro 53 gepast betalen. Met wat euromunten dus. Zegt de official:munten zijn pepsigeld. Waarop Cock ad rem reageert: pepsigeld is prima voor dit pepsiland. En Cock schuift de munten weer richting de geldwisselofficial. Die kijkt met een schuin oog omhoog naar de foto van dictator Bashir Al Assad (die men hier ˜gekozen” president noemt) en begint zijn onverstoorbare Arabische houding te verliezen. Roelien grijpt in en zegt ˜Tamman, tamman”. Het is goed. En ze schuift een 5 eurobiljet naar voren, terwijl ze Cock naar achteren schuift. En zo komt alles nog goed in dit pepsiland.

Ondertussen is de ontlading een feit en reizen Roelien en Cock weer voort als vanouds. Ze hebben even tijd genomen om de auto op te ruimen, een was te doen en Cock heeft weer eens (therapeutisch?) hardgelopen. De bevolking helpt ook een handje.Gratis en voor niets is onze luchtslang gerepareerd, krijgen we gratis brood in onze handen gestopt, krijgen we steeds koffie, thee en rondleidingen in winkeltjes, bij de kapper of waar dan ook. Het ˜Welcome to Syria” echoot weer overal rond. Onze dip is over!

Saskia’s beleving

De afgelopen 10 dagen hadden Roelien en Cock een verstekeling aan boord. Cock’s nichtje Saskia reisde mee in Jordanië. Terwijl we dit verhaal afmaken (Saskia had al een groot deel geschreven), voelen we de leegte nog in de auto. Saskia is zojuist vanaf Queen Alia Airport vertrokken.

Jullie zijn natuurlijk erg nieuwsgierig wat Saskia van Jordanië vindt. Haar eerste indruk, 10 dagen geleden dus, was dat het een stuk warmer was dan in NL met zijn 6 graden. En ze was blij dat ze was aangekomen op het vliegveld en dat alles goed was gegaan met de bagage. Want daar zaten de mensen thuis nogal mee. Vandaar dat de koffertas ook ingeseald moest worden. In die 10 dagen maakte Saskia alles mee:van zandstorm tot sneeuw.

Een van de eerste dingen die we gedaan hebben toen Saskia er was, was een woestijnkasteel bezoeken. Het kasteel heette Amra en is ruim 1400 jaar oud. Saskia vond het niet zo indrukwekkend. Het watersysteem bestond uit een diepe put en door middel van ezels werd er water uit gehaald. Saskia en Roelien draaiden ook een keer aan het rad om het kostbare water omhoog te krijgen.

Petra, we zijn naar twee Petra’s geweest. Als eerste Little Petra. Waar we gestalked werden door een aardige bedoeíenen-vent. Daarna was die helaas weg en verdwaalden we. Definitie van verdwaald: niet weten waar je bent en ook niet weten waar je heen moet. Saskia komt nu even tot de conclusie dat ze haar hele leven al verdwaald is. We zijn ook naar de grote Petra geweest, de echte Petra. De kloof en de mooie uitgehakte gevels waren zeer indrukwekkend en we hebben ook een boel klimwerk gedaan. Petra is de belangrijkste bezienswaardigheid in Jordanië.

Wadi Rum, een heel groot mooi natuurgebied. Waar je dus ook kan verdwalen, maar gelukkig bestaat GPS. Een beschermd gebied vol met zandduinen, bergen, rotsbruggen en nog veel meer. En natuurlijk ook een mooie sterrenhemel met Steelpannen en Grote Beren. Saskia blijkt heel goed te kunnen klimmen en is volgens Cock een echte klimgeit. Die avond aten we pannenkoeken, waarbij we afsloten met een wadi RUM pannenkoek.

We hebben ontdekt dat de Rode zee helemaal niet rood is. Wellicht zijn er lezers die weten waarom de Rode Zee dan de Rode Zee heet. Geef vooral even een reactie. Saskia en Roelien hebben met plezier gezwommen en gesnorkeld. Cock vond het zoals altijd weer veel te koud. We zijn toen ook door Aqaba gereden onder andere om boodschappen te doen en Saskia’s kaarten van een postzegel te voorzien die hier niet 1 dinar(euro 1.10) per stuk kosten. In Wadi Rum probeerden ze ons af te zetten, maar Roelien had dat door.

Voordat we de weg gevonden hadden naar de Grot van Lot (Bijbelkenners weten dat dat over Sodom en Gomorra gaat) kwamen we bij een school uit. De leraren Engels (ze hadden er 7 voor 900 leerlingen) werden erbij gehaald. Het was een Middelbare school voor jongens tot 18 jaar. Saskia viel tijdens de rondleiding bij alle 900 leerlingen goed in de smaak. We werden door veel klassen geleid en kregen thee in de theaterzaal waar de wanden versierd waren met foto’s van het Jordaanse koningshuis en het Jordaanse leger in actie.

De dag na de Rode Zee kwam de Dode Zee. Deze naam snappen we wel. We hebben het zelf ondervonden. Maar gelukkig leven wij, samen met de twee bacteriën die in de Dode Zee leven, nog wel. Wisten jullie trouwens dat er 7800 keer meer cadmium in de Dode zee zit dan in een gewone oceaan? Cadmium is een giftig zwaar metaal. We kwamen daar een dag later achter in het Dode Zee Museum. Erg interessant.

De doop van Jezus. We hebben nu dé plek gezien waar Jezus is gedoopt. En geloof niets van de verhalen: de dopeplek ligt toch echt in Jordanië en niet in Israël. In feite werd de naam Israël door de gids niet gebruikt in de rondleiding. Alleen hier kan je als burger bij de Jordaan komen. De Jordaan is maar drie meter breed op sommige plekken en een keer fierljeppen en je bent in Israël. Het is hier nog steeds militair gebied.

In de hoofdstad Amman hebben we echt Jordaans gegeten. Je gebruikt dan pannenkoeken als bestek. Alles was wel lekker. We hebben ook een groot Romeins theater bezocht. Een gids liet zien hoe de Romeinse telefoon werkte: je praat gewoon langs de rand van de eerste rij stoelen. Werkt heel goed. Toch wil Saskia haar mobieltje niet kwijt. In een bedoeïenen-winkeltje heeft Saskia een mooie armband gekocht en later hebben we allemaal lekkere koekjes uitgezocht in een lekkere-koekjes-winkel. Samen metc hips is dat onze avondmaaltijd.

Het verblijf in de BraVo bij Cock en Roelien is zwaar vermoeiend. Saskia moet altijd afwassen, om half 6 er al uit en altijd haar spullen gelijk opruimen. Je kan niets laten liggen. Haar echte papa en mama zouden willen dat ze dat thuis ook deed. Helaas, dat kunnen ze vergeten, want thuis beweegt niet zo als de BraVo. In Jordanië gaan Cock en Roelien nu al maanden door het leven als getrouwd stel en deze 10 dagen hebben ze er ook nog een 16 jarige dochter bij. Die al een bod heeft staan om ingewisseld te worden voor twee kamelen. Cock en Roelien wisten niet waar ze die twee kamelen zouden moeten laten dus hebben ze Saskia maar gehouden.

THE END.

(Althans voor Saskia, Cock en Roelien zitten pas / al op dag 68 van de 100 die ze uit Nederland weg willen blijven.)