˜Wie zijn grenzen niet kent, kent z’n mogelijkheden niet.” Met deze uitspraak in gedachten zoeken Roelien en Cock hun grenzen. Op deze reis is dat in combinatie met de BraVo. Vertoeven op een grens is echter wel evenwichtskunst, waarbij je voorbereid moet zijn op het verliezen van dat evenwicht. Wat betekent deze ietwat filosofische benadering in de praktijk? We beperken ons deze keer tot de mogelijkheden van de BraVo en het BraVoteam in het terrein. Een vlakke asfaltweg is geen uitdaging. Steil omhoog of omlaag op een verharde weg ook niet. Rotsen zoals op IJsland zijn wel een slijtageslag voor de auto, maar verder is dat geen probleem. Ook rivierdoorwadingen tot 1 meter diep gaan prima.
In zand neemt de kans op problemen toe. Ten eerste moeten we ervoor zorgen dat de BraVo niet wegzakt. Dus moeten we voldoende snelheid zien te houden. Als dat niet (meer) lukt – hetzij doordat de BraVo het niet redt, hetzij door fouten in de stuurmanskunst – dan kunnen we de banden aflaten. Van de normale 5 bar gaan we dan naar 2 bar of zelfs 1,5. Dat vergroot het contactoppervlak met een factor drie. Dan zakken we geen 15 cm meer weg, maar slechts 5. Nodig voor dit plan-B: compressor en vulslang om de banden weer op te pompen. Hebben we. En ook een paar schoppen om zand weg te scheppen.
Sneeuw en modder beperken ons het meest in onze mogelijkheden. De BraVo gaat dan makkelijk schuiven. Op dat moment is een grens overschreden, er is dan geen controle meer. Meestal bevat een weg of pad wel een opstaande rand aan de kant, dus komen we daar tot stilstand. Een enkele keer ontbreekt zo’n rand en dan schuif je het pad af. Recent gebeurde ons dat toevallig in Turkije op een besneeuwd boerenpad. Op de vette klei schoven we zomaar met 2 wielen het land in. Het was al bijna donker. We hebben de boel gestabiliseerd met grote stenen en 2 kriks. Onder een hellingspercentage van 30 procent hebben we gekookt, gegeten en geslapen. Geloof ons: dat is best schuin. Een pan kan slechts halfvol, de glazen glijden van tafel en in bed moet je je continue schrap zetten.
De volgende ochtend klapte al vroeg een krik onder de auto weg. Een harde knal, wat geschud en wij meteen klaar wakker. Direct aan het werk gegaan en na 4 uur krikken, stenen sjouwen, rijplaten neerleggen, graven en pogingen met de lier, waren we behoorlijk verslechterd. We stonden daarna 36 procent schuin! We hadden dus wel de materialen om aan een plan-B te werken, maar dat bracht niet de redding.
Plan-C dus. Externe hulp. Die kwam in dit geval zelf aanlopen. De boer van het land waar we langzaam in terecht aan het komen waren, kwam toevallig op zijn zondagswandeling langs. Boer Mustafa bekeek de situatie en stelde voor dat Cock en hij naar de moskee zouden gaan. Na drie kwartier lopen bleek daar een graafmachine te staan. Er was echter geen machinist. Die moest van 25 km verderop komen. Maar eerst het belangrijke vrijdagmiddaggebed. Dertig man hadden Cock in het Turks al het hemd van zijn lijf gevraagd, maar nu kreeg Cock even rust.
Na het gebed – de machinist is er nu ook – met z’n vijven op de graafmachine. Bij de BraVo groef de vaardige machinist meteen een 50 cm diep gat naast het hoogste achterwiel. Vervolgens trok hij met grof geweld de BraVo zijdelings dat gat in. Ons werd niets gevraagd! Uiteindelijk stonden we na 1,5 uur weer op asfalt. We hebben onze grenzen overschreden en onze mogelijkheden vergroot. Mooi toch?