Sturen en gluren bij de buren

Sturen bij de Moslimburen. Zo heet het boek van Euro-GroenLinkser Joost Lagendijk. Hij bepleit dat de Europese Unie op Turkije, Marokko en Egypte een grotere invloed uitoefent, me name op het terrein van democratisering en modernisering. Wij zijn meer aan het gluren dan aan het (be-)sturen. Turkije en Egypte hebben we deze reis bezocht, van Marokko hebben we door eerdere bezoeken een indruk gekregen. Wat wij zien – samen met Joost Lagendijk – is dat de EU verschillend meet in deze drie landen. Het minst democratisch is Egypte. Toch krijgt Egypte weinig kritiek uit de EU, waardoor (dus?) modernisering uitblijft. Marokko moderniseert wel, krijgt Europees applaus, maar weinig concrete steun zoals bijvoorbeeld een vrijhandelsverdrag met de EU.

Tijdens het gluren geeft Turkije ons op dit moment het meeste stof tot nadenken. Hoe kan Turkije zowel Europa, het Midden-Oosten als Centraal-Azië te vriend houden? Europa is heel blij met Turkije als NAVO-land. Turkijes hoop is/was dat een EU met Turkije als lid een belangrijke rol in het Midden-Oosten kon spelen. Stabiliteit in de regio is voor Turkije van levensbelang. Ze hebben er dan ook veel voor over om EU-lid te worden. In 2005 hebben ze hun grondwet al voor veranderd. Daarna kwam plots vanuit Brussel het afwijzen van Turkije. Volgens ons is dit koudwatervrees van ons Europeanen. We zijn hier nu toevallig in verkiezingstijd. Het gaat om de Turkse gemeenteraden. Volgens ons zijn moslimdemocraten niet erger (of beter) dan christendemocraten.

Naast ons gemijmer over bovenstaande zaken, bezoeken we ook gewoon de bezienswaardigheden. Zoals Pergamom. Bibliofielen herkennen deze naam als de bron van het perkament. De vervanger van papyrus. Op een bepaald moment waren de Egyptenaren bang dat de Romeinen een grotere bibliotheek zouden aanleggen dan zij al hadden. Toen beperkten ze de uitvoer van papyrus. In Pergamom werd vervolgens op dierenhuiden geschreven, een ontdekking van geleerden uit Pergamom en vandaar dus de naam perkament.

Om te kunnen mijmeren moet je van tijd tot tijd je hoofd leeg maken. Dat doen wij door bijvoorbeeld te wandelen. We hadden een leuk bush-camp-plekje gevonden dichtbij de kust. ’s Morgens zijn we vervolgens naar zee gewandeld. Een fixe (fikse?) wandeling langs olijfboomgaarden naar beneden. En daarna weer omhoog!

Het bezoeken van Troje is een ramp. Eerst wordt door archeologen betwijfeld of de plek waar we rondkijken wel Troje is. Er zijn zelfs archeologen die beweren dat Troje in Noordwest-Europa gezocht moet worden. Roelien is al weken bezig om de Ilias van Homerus te lezen, zij kan zich wel voorstellen dat we hier goed zitten. Desalniettemin zijn er op de plek waar we nu zijn een stuk of 9 Trojes opgegraven. In een tijdsbestek van zo’n 4000 jaar is hier wel bewoning geweest. Na dit bezoek weten we minder over Troje dan ervoor! En dat is vooruitgang. Immers: hij / zij die weet dat ie niet weet, weet het meest.

Gallipolli. Een naam die kenners van Wereldoorlog-1 doet huiveren. De kortste samenvatting: een half miljoen Turken, Engelsen, Fransen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders zijn hier in 1915 voor niets gesneuveld. De bedoeling van de geallieerden was om toegang tot de Zwarte Zee te krijgen en zodoende de vloot van de Russische bondgenoot te kunnen bereiken. De Turken onder leiding van Kemal Atatürk bleken echter sterker. Door deze Turkse overwinning waren vervolgens de Turken enkele jaren daarna moreel in staat om hun onafhankelijkheidsstrijd te voeren en te winnen. Sindsdien hebben we met een Westers georiënteerd Turkije te maken.