Verslag IJsland 2006
|
| Leeswijzer: klik op het deel dat je lezen wilt. Verslag deel 1. Vertrek vanuit Nederland in juli 2006 en het verblijf op de Faroer. Verslag deel 2. Aankomst op IJsland en de trek van Landmannalagar. Verslag deel 3. Het lege binnenland, de Hornstrandir-trekking en het afscheid van Roelien en Aagje. Verslag deel 4. De Gouden Cirkel en de Stair Run in een elektriciteitscentrale. Verslag deel 5. Vis, vis en vis. It's a little bit rocky (verslag van Dave) en de marathon van Reykjavik. Inclusief de melancholieke bijdrage van Filip. En hieronder lees je het meest recente - en allerlaatste - gedeelte. Deel 6 zeg maar.
De laatste loodjes - door, met en van Cock. Na Filip's vertrek is het even zoeken naar de juiste houding. Met wat slingerbewegingen tussen melancholie en opperste gelukzaligheid kom ik in wat stabieler vaarwater.
Op de camping in Reykjavik probeer ik nog nieuwe medereizigers te vinden. Het seizoen is echter ten einde en een ieder keert huiswaarts. Dus dan alleen naar Thingvellir. Hier haal ik revanche. Nu is er wel een gids die van wanten weet. Twee uur lang houden we elkaar aan de praat. Van het parlement tot een omstreden stuwdamproject (waar over later meer). De Strokkur spuit nu ook alleen voor mij. Echt verbazingwekkend hoe ineens de toeristen 'op' zijn.
De herfst is duidelijk in aantocht. Paddestoelen laten zich zien, struiken produceren bessen om zaad voor een volgende generatie te verspreiden voordat de sneeuw weer komt. Ja het is nu eind augustus.
Ook de watervallen stromen voor mij alleen. Hierboven de 122 meter hoge Haifoss en daarnaast de Dynkur. En natuurlijk steeds mooi weer en dus mooie wolkenluchen.
De BraVo moet gewoon werken. Soms kom ik uit een zijweg en is 'men' er niet aan toegekomen om een fatsoenlijke aansluiting te maken. Dan maar zelf het opstapje van een meter nemen. Stoffige wegen en gletsjers wisselen elkaar af. En als tussendoortje moet ik zo nu en dan tussen de lavabrokken door manoeuvreren.
Eindelijk m'n eerste boek uit deze vakantie: De Kolonisten van Catan. Gaat inderdaad over IJsland zo rond 850. Een aanrader. Lees dan ook Running Bind (Op dood spoor in de vertaling) van Desmond Bagley. Die beschrijft de route die ik zojuist gereden heb.
Mooi sleutelweer Ik gebruik de rustige manier van reizen om na te denken over hoe de BraVo verder verbeterd kan worden. Zo kijk ik eens of de lier aan de gang te krijgen is. Dat doe ik naast een warme bron, waar ik een heerlijk bad ik neem als ik uitgesleuteld ben. Overigens is de lier hier niet aan de gang te krijgen. Wel heb ik nu ideeën in welke richting ik de oplossing moet zoeken.
De dag erna is er een minder vrijwillig sleutelmoment. Het blijkt dat de bak is losgescheurd van het chassis. De bak hangt schots en scheef op nog slechts 4 veerbouten vast. Met veel creativiteit en een beetje hulp van een passerende IJslander krijg ik de bak er weer recht op. Met een paar houten balken en 2 zware spanbanden is de noodreparatie uitgevoerd. Zo hoop ik de bewoonde wereld te kunnen bereiken. Het is niet het meest gunstige moment: ik zit meer dan 200 km van de dichtstbijzijnde lasser vandaan. En dat dan ook nog via onverharde wegen. Gemiddeld haal ik nu een snelheid van 10 km per uur. Dus is het maar 20 uur rijden.
Land van vuur en ijs.
Dankzij het trage tempo kan ik lekker om me heen kijken. Mooie rotsen, de Herdubreid met z'n kop in de wolken en motormuizen die het ook niet makkelijk hebben leiden mijn aandacht lekker af.
De BraVo kan best een dagje zonder mij. Ik zit nu in Kverkfjoll. Een afgelegen en hooggelegen gebied met gletsjers, warme bronnen en vooral veel rust. Ik bezoek een ijsgrot. Warm water laat de gletsjet vanaf de onderkant smelten waardoor er kilometerslange tunnels ontstaan. Het weer is ondertussen koud, nat en mistig. Toch ga ik op GPS de gletsjer op. Een bijzondere ervaring om midden in het wit (alles heeft die kleur namelijk) te constateren dat je op het punt van bestemming bent en nu rechtsaf moet.
Na 5 uur lopen bereik ik de hut. Die ligt op 1720 meter. Dat is vergelijkbaar met 4000 meter in de Alpen. Het sneeuwt ondertussen en van de warme bronnen ruik ik alleen de zwaveldampen. Zien doe ik niets. Weer terug. Na 4 uur ben ik weer terug. Uiteindelijk 28 km gelopen en 1000 meter geklommen en afgedaald. Moe, koud en zeer voldaan. De dag erna verlaat ik Kverkfjoll weer via smalle hobbelige tracks. Ik zal blij zijn als ik bij de lasser sta.
Een omstreden megaproject: de Kárahnjúkur-dam China heeft z'n omstreden Drieklovendam, IJsland heeft het Kárahnjúkur-project. Een 193 meter hoge dam gaat een stuwmeer vormen van 57 km2. De energie ervan gaat gebruikt worden om een aluminiumsmelter van stroom te voorzien. Eigenlijk een mooi voorbeeld van het gebruik van duurzame energie. Door IJslanders ben ik ondertussen voorzien van wat kanttekeningen. Zo gaat het aluminium vooral gebruikt worden voor het Amerikaanse leger. Een risico-analyse is geheim gehouden voor volk en parlement. Uit die analyse blijkt dat er een behoorlijke kans is dat de dam het begeeft bij relatief lichte aardschokken. Het ergste is natuurlijk dat dit verzwegen is.
De dam komt in een mooi natuurgebied. De kloof die je hierboven ziet komt direct na de dam en komt dus niet onder water. Kleine kloven aan de andere zijde van de dam verdwijnen echter wel. Als compensatie wordt er een kunstmatige waterval van 100 meter hoog aangelegd.
Verder ben ik de bouwers van de dam wel dankbaar. In ruil voor een survivalpakket met drank, beschuit, honing en drop hebben de vakmannen de vurig gewenste laswerkzaamheden uitgevoerd. Ik ga nu naar de boot en over een paar dagen ben ik weer in Nederland. Ik hoop dat jullie mee hebben kunnen genieten van onze reis en wellicht inspireert het jou ook om eens wat vaker over je grenzen heen te gaan. Zoals altijd: ijsland@bravotravel.nl Tot?? Cock.
|